oudenaarde

Een interview met Dirk Baeckelandt

09/03/2017 - 09h

In 1975 komt een jonge, frisse en ietwat ravissante verschijning de rechtskundige dienst van de ACLVB in Gent binnengewandeld. Het blijkt kersvers medewerker Dirk Baeckelandt te zijn die vastberaden is om de komende 42 jaar zijn stempel op de maatschappij en de organisatie te drukken.

Na 15 jaar trouwe (rechtskundige) dienst is het in 1990 voor Dirk tijd om dé stap naar het ‘echte’ werkveld te zetten en Bestendig Secretaris en nadien ook nog zonesecretaris te worden in regio Oudenaarde. En of ze dat daar geweten hebben…

Dirk blijkt een heel loyaal werknemer want eind vorig jaar zwaaide hij, nog steeds even fris maar iets minder jong, af. Hij laat een erfenis van 42 jaar noeste arbeid achter zich, ook als lesgever en monitor voor Comé!

Comé kon Dirk voor een exclusief interview strikken! Zoals het hoort meldt Dirk zich zoals elke bezoeker aan bij de receptie en schrijft zijn naam op in het aanwezigheidsregister! Nog voor ik hem de weg naar de spreekzaal kan wijzen, loopt Dirk oude bekende Mario Coppens tegen het lijf die hem hartelijk begroet met de alleszeggende woorden: “Hier zie, den toerist!”. En nog voor ik één vraag heb kunnen stellen ben ik mijn gast al kwijt…Ik zet me schrap!

Dirk, in je beginperiode gaf je lang les in de zogenaamde ‘Kaderschool’, beter bekend als de algemene vorming! Welke thema’s herinner je je nog?

Dirk: Ik heb inderdaad een hele tijd lesgegeven in de kaderschool, als lesgever verbonden aan de rechtskundige dienst. Ik herinner mij dat ik destijds heel wat lessen gaf, soms twee tot drie per weekend, verspreid over het hele Vlaamse land. De vorming bracht me o.a. in Boom, Dilsen, Diest, Zingem enz. Ik kan me nog veel van die (achter)zaaltjes voor de geest halen. De lessen gingen over juridische thema’s uit het arbeids-en sociaalzekerheidsrecht zoals gewaarborgd loon, opzegtermijnen, enz. Te veel om op te noemen.

Je werd monitor van de vorming in Oudenaarde zodra je Bestendig Secretaris was.

Klopt! Van het moment dat ik BS werd hebben we een groep in Oudenaarde opgericht. Voordien werd de algemene vorming Vlaamse Ardennen in Zingem georganiseerd maar daar was een dringende reorganisatie nodig. We namen een nieuwe start in Oudenaarde en tot op vandaag volgen daar nog steeds ieder vormingsjaar een twintigtal deelnemers de zaterdagvorming.

Ga je het monitor zijn missen?

Toch wel. Monitor zijn in de weekendvorming heeft mij in al die tijd nooit verveeld. Integendeel! Na een drukke werkweek ging ik met plezier naar de weekendvormingen.

Ik ben trouwens altijd met plezier gaan werken! Ik ben in mijn 42 jaar lange carrière geen vijf dagen tegen mijn zin gaan werken. De ene dag was natuurlijk de andere niet, maar tegen mijn zin: nooit!

Ik vind het enorm belangrijk dat je – en zeker als BS - dicht bij de mensen staat. Er moet persoonlijk contact zijn met de delegees en de militanten en de vorming is een mooie manier om dit te verwezenlijken. Ik was vaak aangenaam verrast door het engagement en de goesting waarmee deelnemers de lessen volgden. Het was zaterdag, soms heel mooi weer, er stonden (soms) zware thema’s op het programma… En toch was iedereen daar en ontstond er een dynamiek die moeilijk te beschrijven is. Er werd gediscussieerd, gereageerd, meegedacht…mooi om zien. Ik herinner mij nog een les over Europa: een zwaar thema, heftige discussies, maar enorm interessant. Het was er altijd gezellig, er hing een losse sfeer, maar toch telkens met een zekere zin van discipline. Top!

Wat is volgens jou de belangrijkste doelstelling van een vormingsdienst?

Het is belangrijk dat een vormingsdienst delegees en militanten inzicht geeft in de structuur van de organisatie. Hoe gaat alles in zijn werk? Welke organen bestaan er zoal en wat doen ze? Wie is wie? Enz.

Daarnaast is het natuurlijk heel belangrijk dat een vormingsdienst de technische kennis van de deelnemers vergroot. Zeker mensen die worden verkozen en bijgevolg de stem zijn van een groep mensen moeten weten waarover ze praten! De actualiteit moet geduid en gekaderd worden, ze moeten de bevoegdheden en de werking van de bedrijfsoverlegorganen grondig leren kennen, de mondigheid en communicatievaardigheden aangesterkt enz.

Natuurlijk is er naast dit alles ook het niet te onderschatten belang van het groepsgevoel. Werknemers van gigantisch grote bedrijven zitten naast iemand die werkt in een familiebedrijfje, arbeiders leren van bedienden en omgekeerd. Allemaal verschillende visies, uit diverse sectoren, verschillende achtergronden…maar toch allemaal lid van één organisatie.

Mocht je diensthoofd zijn van Comé voor één dag! Wat zou je veranderen?

Ik zou dikkere cursussen maken. Niet per se op papier, maar het infopakket dat ter beschikking van de deelnemers wordt gesteld mag van mij letterlijk dikker zijn. Er moet informatie ter beschikking zijn, mensen kiezen dan zelf wel of ze er iets mee willen doen of niet.

Het aanleren van het juiste gebruik van de info en de kennis van infokanalen is trouwens m.i. een belangrijk onderdeel van de vorming Ik denk om maar één voorbeeld te noemen bijvoorbeeld aan werken met onze Weetwijzer.

Moet Comé zich beperken tot louter syndicale thema’s of zijn de ‘algemene vormingen’ zoals in het weekend ook nuttig?

Ik heb lang gedacht dat de focus moest liggen op de syndicale vormingen en dat de ‘algemene vorming’ wel van zichzelf zou uitsterven. Wel, deze gedachte heb ik moeten bijstellen. Ik merk dat de algemene vormingen deelnemers blijven aantrekken en dat de mensen er letterlijk, ook in het weekend, voor willen buitenkomen. Nut bewezen dus!

Welke evolutie heb je de vorming gedurende je loopbaan zien maken?

Zowel de manier waarop de vormingen worden georganiseerd als de manier waarop deelnemers vormingen volgen is sterk geëvolueerd. Vandaag is alles toch veel professioneler geworden. De vormingsdienst is goed gestructureerd en brengt een herkenbaar programma waarbij ‘de basis’ steeds betrokken wordt. Er wordt ook iets gedaan met voorstellen en verbetersuggesties waardoor vele mensen zich betrokken voelen. Er zijn bovendien een hele reeks goede interne en externe lesgevers waaronder ook praktijkspecialisten.

Merk je een verschil tussen militanten die vorming volgen en zij die dat niet doen?

Leden die vorming hebben gevolgd kunnen, over het algemeen, de zaken beter kaderen. Mensen die beter geïnformeerd zijn zullen ook vaak meer bekomen op het bedrijf, omdat de werkgever duidelijk aanvoelt dat die personen weten waarover ze spreken. Er zijn mensen die in een bedrijf met overgrote meerderheid van stemmen verkozen geraken, maar die je met geen enkel argument naar de vorming krijgt, ook al ligt de drempel nog zo laag om in te stappen. Je merkt vaak dat deze mensen op termijn minder draagkracht hebben en minder verwezenlijkt krijgen.

Ga je je nog verder engageren voor de vakbond?

Ik heb er bewust voor gekozen om nu even van het werkveld en de vakbond afstand te nemen. Gewoon om tot rust te komen en alles even te overschouwen. Wat de toekomst brengt weet ik niet, maar er zitten sowieso nog gesprekken en perspectieven in de pijplijn. Maar we zien wel. Wat ik wel merk is dat de kloof tussen werken en stoppen met werken enorm groot is. Plots merk ik dat mijn telefoon zwijgt en dat er niks meer op binnenkomt. Vroeger had men je constant nodig en nu… Enorm confronterend en toch wel wennen. Maar het opent gelijk ook veel perspectieven…

Bedankt Dirk!